Kerk Wittewierum

Zie ook het artikel op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerk_van_Wittewierum

Beschrijving Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Monumentnummer: 353775
Kerkhorn 4 9792 TE te Wittewierum (Ten Post)

Karakteristiek op (beschermde) wierde gelegen en het vlekje Wittewierum markerend, op 13e-eeuwse fundamenten en met gebruikmaking van afkomend materiaal van een vroeg 17e-eeuwse opvolger, in zijn huidige vorm hoofdzakelijk in 1863 in een mengeling van neogotische en Waterstaatsstijl opgetrokken kerkgebouw, met wellicht eveneens 13e-eeuwse grafkelder, en waardevolle 16e-eeuwse en jongere interieuronderdelen; kerk en aangrenzend kerkhof aardig begroeid en, gezien de ouderdom van enkele zerken wellicht sinds de 18e eeuw als zodanig in gebruik zijnd kerkhof zijn beide gelegen op de van omstreeks het begin van onze jaartelling daterende als archeologisch monument beschermde wierde van Wittewierum, ter plaatse van de in 1238 begonnen kerk van de Praemonstratenser abdij Bloemhof; restanten daarvan en van een vroeg-17e-eeuwse opvolgster zijn in en onder het huidige kerkgebouw mogelijk nog bewaard.

Het rechthoekige zaalgebouw uit 1863 is, op 13e-eeuwse fundamenten, hoofdzakelijk opgetrokken uit een rode baksteen, waarbij voor het thans van een blokbepleistering voorziene gedeelte onder de vensters (geheel of gedeeltelijk ?) gebruik is gemaakt van ouder materiaal (van de vroeg-17e-eeuwse voorganger ?); het gebouw wordt gedekt door een met blauwe pannen belegd driezijdig schilddak met pinakeltje aan de achterzijde; (Het opengewerkte houten torentje met siersmeedwerk aan de voorzijde is in de jaren 1940-1945 verloren gegaan). De aan beide zijden met een geblokte hoekpilaster afgezette voorgevel - waarvan de smeedijzeren torentjes eveneens in '40-'45 verloren gingen - heeft boven en te weerszijden van de in een blokbepleisterde middenrisaliet met verzonken velden gevatte ingang met bovenlicht met gietijzeren tracering, een respectievelijk twee spitsboogvensters met dito tracering, eenvoudig geprofileerd getrokken lijstwerk van cementpleister rond deur, vensters en ter afdekking van muurwerk van de voorgevel; waterlijsten; verzonken velden in de blokbepleistering; boven de deur stichtingssteen met het opschrift: GEBOUWD 1863. Kerkvoogden, J.O. ALKEMA, J.F. EISSES, H.G. TUINENGA. Predikant, J. de RAADT.OFFERHAUS.

De beide zijgevels zijn eveneens tot ter hoogte van de vensters van een blokbepleistering voorzien, hebben zes door gemetselde lisenen van elkaar gescheiden spitsboogvensters, waarvan een blind en vijf met gietijzeren tracering; de achtergevel is zonder lisenen maar met twee dito vensters; onderlangs de dakrand een geschulpt houten lijstje met ter hoogte van de staafankers omgekeerde houten obeliskjes.

Het interieur wordt overdekt door een gedrukt gepleisterd tongewelf met gietijzeren roosters, dat rust op een uitkragende geprofileerde stuclijst; de wanden zijn eveneens gepleisterd en verlevendigd door een eenvoudig pleisterprofiel rond de vensters; boven en aan weerszijden van de in een eenvoudige maar verzorgde midden-19e-eeuwse klassicistisch aandoende houten omlijsting met opschrift JES: 2 VERS 3 gevatte ingang zijn respectievelijk een gepleisterd driepasmotief en een blindnis aangebracht.

In het met grijze hardsteen en historische zerken geplaveide interieur met even verhoogd koor zijn van belang:
-de ter hoogte van het koor gelegen wellicht nog 13e-eeuwse of oudere grafkelder met graatgewelf en zwartgrijze plavuizen, voor het geslacht Rengers;
-verschillende 16e-, 17e- en 18e-eeuwse grafzerken, eveneens van het geslacht Rengers;
-een goed gesneden eikehouten dekstuk van een bank (XVIId) met het wapen Rengers-Polman, getorst door twee griffioenen;
-het voor het overige sobere, maar verzorgd vormgegeven midden 19e-eeuwse meubilair, bestaande in een preekstoel met klankbord, twee herenbanken en twee rijen kerkbanken versierd met een enkel neogotisch detail of met bescheiden lofwerk, en genoemde klassicistisch aandoende deuromlijsting.

Op het op de beschermde wierde gelegen, wellicht sinds de 18e eeuw in gebruik zijnde kerkhof liggen en staan een kleine zeventig ten dele moeilijk leesbare zerken; enkele 18e-eeuws, doch het merendeel 19e- en vroeg-20e-eeuws, van een bescheiden tot een meer uitgewerkte vormgeving, en soms afgezet met een eenvoudig gietijzeren hekwerkje.

Karakteristiek op beschermde wierde van omstreeks onze jaartelling gelegen, en ten dele nog gefundeerd op en opgetrokken uit restanten van oudere voorgangers, in zijn huidige vorm hoofdzakelijk uit 1863 daterend, doch in aanleg 13e-eeuws kerkgebouw in de trant van de neogotiek en de Waterstaatsstijl, met aangrenzend het wellicht sinds de 18e eeuw in gebruik zijnde aardig begroeide kerkhof met 18e-eeuwse en jongere grafzerken, van algemeen belang wegens:
-de aanwezigheid van oude fundamenten en hergebruikte materialen die herinneren aan de in 1238 begonnen kerk van de Praemonstratenser abdij Bloemhof en een vroeg 17e-eeuwse opvolgster;
-de waardevolle interieuronderdelen, bestaande uit een wellicht nog 13e-eeuwse grafkelder en verschillende 16e-eeuwse en jongere grafzerken in de kerk voor het geslacht Rengers;
-een goed gesneden bewaard gebleven dekstuk uit XVIId van de Rengers-Polmanbank;
-het overige eenvoudige 19e-eeuwse bij het huidige gebouw uit 1863 behorende kerkmeubilair;
-de relatie met het in de bescherming begrepen kerkhof dat is gelegen op de reeds als archeologisch monument beschermde wierde uit het begin van onze jaartelling en de karakteristieke en het vlekje Wittewierum markerende ligging daarop.

Het in aanleg wellicht sinds de 18e eeuws kerkhof met aardige begroeiing is van algemeen belang wegens:
-de historische relatie met het huidige kerkgebouw, en met voorgangers daarvan;
-de aanwezigheid van een kleine zeventig 18e-, 19e- en vroeg-20e-eeuwse zerken van een eenvoudige maar verzorgde vormgeving, die de herinnering aan vroegere ingezetenen van Wittewierum levend houden;
-de ligging op de reeds als archeologisch monument beschermde wierde uit het begin van onze jaartelling.

Zie uitgebreide beschrijving op Wikipedia
Zie ook beschrijving op website Stichting Oude Groninger Kerken

1750
Het primaire collatierecht berustte bij de erven van Farmsum, in dat jaar Heer L.S. Rengers van Farmsum.

1815
Collatierecht overgetekend op Duco Gerrold Rengers Hora Siccama.

1856
Collatierecht overgetekend op de beide kinderen van Duco Gerrold Rengers Hora Siccama.

1862
Schilderij van kerk en pastorie vervaardigd door Sijmen Boomgaard uit 't Zandt.


Het plakkaat op de deur meldend sluiting was in 1861 reeds aangebracht.
Gesloopt in 1863.

Uit  het Nieuwsblad van het Noorden, 26 januari 1990, blz.12:

Schilderij van Boomgaard roept nog vraagtekens op

In de Noorder Rondblik van 4 oktober 1989 werd een afbeeldingding getoond van een schilderij
dat was gesigneerd S Boomgaard 1862. Het was een afbeelding van de kerk en pastorie van Wittewierum. De heer H Veldman (Rijksweg 143 9792 PD Ten Post tel 05902-1681 kocht het
begin 1988 van een verzamelaar uit Harlingen Daarmee kwam er in ieder geval licht op een zaak
die lang in het donker was gebleven want in 1921 schreef bouwmeester C Peters in zijn boek
"Oud Groningen Stad en Lande" over de kerk en pastorie van Wittewierum en Ten Post "...verdween deze belangrijke abdijkerk zonder dat er ee’ne afbeelding van restte". Begrijpelijk dus dat
de nieuwe eigenaar blij was met dit werkje. Wel bleef hij met een brandende vraag zitten. Wie was
deze Boomgaard en heeft hij nog meer geschilderd?
   Veldman kreeg op die publicatie enige reacties waaruit hij nu opmaakt dat Sijmen Boomgaard (al dan niet geschreven met als laatste letter een t) uit ’t Zandt de maker van het schilderij was. Hij leefde van 1816 tot 1876 en was schilder van beroep Deze gegevens werden hem aangereikt door de heer G Menkveld uit Groningen en de heer J Broos te Haren. In de genealogie van hun familie stuitten zij op de Boomgaards van ’t Zandt. Van Sijmen zijn zoon Eppe die in 1856 werd geboren en in 1907 overleed wordt verteld dat zijn beroep rijtuigenschilder was. De overlevering zegt dat Sijmen en Eppe nogal kunstzinnig waren aangelegd.
   In het vorig jaar verschenen historisch fotoboek over ’t Zandt staat een foto van een pand waarbij
bij is vermeld dat daar tot 1855 het schildersbedrijf van E Boomgaard was gevestigd. In dat jaar
werd het pand gekocht door S.H. Luurs die veearts en smid (!) was. Er waren dus in de vorige
eeuw meer Boomgaard(t)s, die het schildersvak uitoefenden Volgens Veldman was de stap van
huis- en en rijtuigenschilder naar (amateur)kunstschilder niet zo ongewoon Dat wordt bijvoorbeeld ook duidelijk door de reactie die Veldman na de oktoberpublicatie kreeg van mevrouw P Zigtermar uit Groningen. Zij heeft twee schilderijtjes in haar bezit die zijn gesigneerd door E Boomgaard. Hij vraagt zich daarom af of er in 't Zandt en omgeving niet meer werk is te vinden van Sijmen Boomgaard.
   Het speurwerk van Veldman heeft dus al het een en ander opgeleverd maar antwoorden leiden soms ook weer naar nieuwe vragen Zo vraagt hij zich af of Sijmen Boomgaard uit eigen beweging
ging de lange voettocht van ’t Zandt naar Wittewierum heeft ondernomen of is uitgenodigd door iemand die zijn bekwaamheden kende. Het kan zijn dat hij is aanbevolen door een predikant
want uit onderzoek bleek Veldman er familiebanden waren tussen de predikantengeslachten
van beide dorpen.

1863
Collatierecht overgetekend op een van die twee kinderen, de zoon Willem Adolf.
(bron: Zuthem, v, 2012)

1943


Kabelballon op de Kerk van Wittewierum

Kabelballonnen hingen b.v. in Engeland boven de steden om vliegtuigen te verhinderen dicht over hun doelen te vliegen.

Het had al een paar dagen flink gestormd, een westerstorm. In de nacht van 30 op 31 maart 1943 was de situatie zeer slecht.
Die ochtend werden de mensen uit Wittewierum vroeg wakker door het vele lawaai op de weg. "Wat was er aan de hand", vroegen zei zich af. Ze zaten immers midden in een oorlog en je hoorde alle dagen angstaanjagende verhalen.
Toen ze buiten kwamen, bemerkten ze al spoedig wat er aan de hand was.
Ze zagen dat de kerk onder een groot kleed verborgen zat. Ze gingen gauw kijken en zagen dat het een totaal kapotgescheurde kabelballon was, die in stukken over de kerk lag.
Aan de stukgescheurde ballon hingen nog lange kabels. De ballon was van hetzelfde materiaal gemaakt, als dat van toen veel gebruikte hospitaallinnen.
De eerste personen die bij de ballon arriveerden, hebben hele stukken van het stof meegenomen. Daarvan werd een overjas, regenbroek of blouse gemaakt.
Bij nadere informatie bleek, dat deze ballon, voordat hij in Wittewierum neerkwam, al een watermolen in het waterschap Bouwlust bij Lellens omver had getrokken en totaal had vernield.
Na de botsing met de molen is de ballon vermoedelijk lek geraakt en verloor hoogte.
Laag vliegend over Ten Post heeft hij nog een schoorsteen meegetrokken van het huis van Frikko Bolt aan de Rijksweg 42 aan het Damsterdiep. Harmke Bolt die daar woonde kwam met de schrik vrij maar ravage was groot. Hierna kwam de ballon dus neer op de kerk van Wittewierum. Het opruimingswerk werd opgedragen aan enige timmerlieden uit Ten Post. Tijdens de werkzaamheden bleek, dat de spits geheel van de kerk was afgerukt, evenals de pinakels aan weerszijden. Ook het dak was ernstig beschadigd.
De timmerlieden uit Ten Post hebben nadien vlakwerk gemaakt boven op de voorgevel van het kerkgebouw en dat is nadien tot het jaar 2000 zo gebleven. De Stichting Oude Groninger Kerken verwierf de kerk in 1976 en er werden noodzakelijke restauraties uitgevoerd.
Pas in het najaar van 1999 kon worden begonnen met het grote werk.
Thans staat de kerk weer in alle glorie te pronken. 
(Tekst uit fotoalbum Anneke Bolt)
(Andere bronnen melden dat de kabelballon ook de Spinnekopmolen aan het Damsterdiep ruïneerde)


1976
Kerkgebouw in eigendom overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken.



Groningen Kerken, Tweede jaargang nr. 4, december 1985:
Wittewierum
In ons vorig overzicht vroegen we aandacht voor de deplorabele staat van de kerk van Wittewierum. Inmiddels heeft het Architectenburo Groenhof en Van der Veen te Groningen een plan met begroting vervaardigd, dat in een volledige restauratie voorziet.
Omdat met het noodherstel niet langer mocht worden gewacht, heeft aannemer Blokzijl uit Blijham de gaten in het dak voorlopig afgedekt, terwijl het afbrokkelend metselwerk van de plint met stro, plastic en plaggen tegen de verdere gevolgen van invriezen zijn beschermd. Ook zijn de vensters met houten schotten gedicht.

12 november 1986
In Wittewierum is begonnen met de restauratie van de N.H. kerk.
(bron: Kroniek Dick Kuil)

17 mei 2003
Ingebruikname kerk Wittewierum